Een appartement op de groei in hartje Brussel
Een huis op de groei bouwen terwijl je erin woont? Het lijkt onbegonnen werk, maar architecten Thomas en Catherine kregen het voor elkaar. En dat met hout én in hartje Brussel.
Slimme inrichting in twee fasen
Een renovatieproject in de Brusselse gemeente Vorst, vlakbij Vorst Nationaal – bij een hardrockconcert durft het gebouw wel eens te trillen – en het Dudenpark, in een prachtig stuk groen dat twee eeuwen geleden nog deel uitmaakte van het Zoniënwoud… Logisch dat Thomas en Catherine geen moment twijfelden toen ze daar mee in mochten stappen. Móchten, want de projectontwikkelaar was kieskeurig wat de toekomstige eigenaars betrof: ze moesten bij elkaar passen. “En dat is gelukt”, zegt Catherine. “We zijn allemaal jonge gezinnen die willen investeren in Brussel, zolang het maar betaalbaar blijft, en dat is het in deze wijk nog.” Maar de grote troef van dit casco appartement op de bovenste verdieping van een gebouw uit de jaren 30 was toch de toelating om het uit te breiden met een volume erbovenop. “We wilden een appartement waar we met twee kinderen langer dan 5 jaar konden wonen”, vertelt Thomas. En dus plande het koppel architecten – Thomas heeft zijn eigen architectenbureau, Spotless Architecture, en Catherine runt, na 7 jaar in de architectuur, een eigen vintage bruidsklerenwinkel, Love, Sweet, etc. – een slimme inrichting in twee fasen. Met als kroon op het werk, letterlijk zelfs, een mooie uitbreiding op het dak.
Complementair
Voor hun eerste bouwlaag op de derde verdieping bedachten ze een grondplan waar ze comfortabel konden wonen, met twee slaapkamers – een voor dochtertje Line (nu 3,5) en een voor henzelf en baby Ben (nu 1,5) – een provisoire keuken annex leefruimte en een badkamermodule met rondom rond opbergruimte en alle technische voorzieningen. De hele verdieping kreeg een vintage look met donker hout op de vloer en witte muren. Voor de uitbreiding bovenop het platte dak, gingen ze voor een heel andere aanpak. Ze bleven niet in de stijl van het gebouw, maar opteerden voor een volledig houten module, aan de buitenkant afgewerkt met massief dennenhout, en aan de binnenkant met laminaatbekleding. Dankzij een extra dikke isolatielaag van 20 cm en driedubbele beglazing wordt de passiefstandaard er makkelijk gehaald. Bijverwarmen is nooit nodig. Qua stijl is de box met zijn ruw gelaten houten wanden en witte pu-vloer de omgekeerde vertaling van beneden. Hier is de codetaal hedendaags Scandinavisch. Zo zijn de twee verdiepingen complementair en is er geen sprake van een stijlbreuk.
Keuken als decoratief element
In de houten box heb je geen binnenwanden, zodat het gezin er maximaal geniet van de royale lichtinval en het uitzicht over de hoofdstad. Hier werd de definitieve leefruimte met keuken ondergebracht. “Die keuken was de grootste uitdaging van ons project”, vertelt Catherine. “Ze is het middelpunt van deze verdieping, en moest dus niet alleen functioneel, maar ook decoratief zijn.” In plaats van de keuken tegen het technische blok te plaatsen, werd ze er als het ware omheen gesculpteerd, waardoor ze heel licht en elegant oogt. Het werd een heel visueel geheel met zorgvuldig uitgekozen accessoires en meubelen. Ook in de rest van de ruimte werd geen enkel detail aan het toeval overgelaten, en dat is wat dit interieur zo aantrekkelijk maakt.
Boomhut in Brussel
Voor de inrichting van het hun interieur streefden Thomas en Catherine naar een mix van eigen ontwerpen en vintage, zoals het kleine bijzettafeltje dat Thomas bij één van zijn projecten op de kop tikte, en nieuwe meubelen. “We zijn fan van mooi en betaalbaar Scandinavisch design, maar waken erover dat het hier geen showroom wordt”. Dat doen ze met persoonlijke toetsen en vondsten, zoals de opvallende gele trap. Voor de ramen achteraan staat een grote boom. “Op zijn ritme proberen we te leven. Hij maakt deel uit van ons leven hier en loodst ons doorheen de seizoenen. Hij staat ook symbool voor hoe we ons huis beleven, als een boomhut in de stad met een wooden box on the roof.
Bron: Feeling Wonen februari 2016 | Tekst: Karin De Ridder | Foto’s: Laurent Brandajs | Styling: Nathalie Horion