Hypermoderne woning aan de Amsterdamse grachten

Van donker relikwie uit de jaren zeventig naar hypermodern stadspaleis. De metamorfose van dit Amsterdamse grachtenpand is ongekend. Met dank aan de verzakte fundering.

Aan de Amsterdamse grachten

“De muren waren bruin, het plafond was zwart, op de vloer lag marmoleum en alles was afgewerkt met hardboard”, vertelt Govert zittend aan het keukeneiland. “Het was aardedonker en de hele boel werd verwarmd door gaskachels”, vult zijn echtgenote aan. “Maar”, vervolgt Agaath, “we zagen de potentie meteen.”

Niets is conventioneel aan dit voormalige winkelpand aan de Prinsengracht in Amsterdam. Ooit zat hier eenhoefsmid, later een theehandel. Het eerste dat bij binnenkomst opvalt, is de schuine vorm van de hal. Het is het gevolg van het kenmerkende Amsterdamse verkavelingsplan: de zeventiende-eeuwse bouwpercelen volgden de vroegere bouwpercelen, die ter wille van de afwateringen schuin op het water stonden. Agaath: “Het eerste dat Govert zei, was dat hij van die rare schuine vorm af wilde. Gelukkig was dat redelijk makkelijk te doen, doordat de achterkant juist niet schuin is.”

Halve etages

Het stel kocht het appartement in december 2010. Het was het huis geweest van de in de 2008 overleden auteur Mies Bouhuys. “Zij had het nagelaten aan een stichting, die ervoor moest zorgen dat het een goede bestemming kreeg. Gelukkig werden we beschikt gevonden.” Als eerbetoon aan de schrijfster noemden de nieuwe eigenaars hun bootje naar een van Bouhuys’ beroemdste creaties: Pim & Pom.

Na de ballotage moest er verbouwd worden. Dat was geen sinecure. Govert: “Er moest een nieuwe fundering onder. Dat was al bekend bij de aankoop. We zijn daarom op zoek gegaan naar een architect die ervaring had met funderingsherstel. Die moest in Amsterdam zitten, zodat hij of zij op de fiets langs kon komen voor de bouwbegeleiding. Zo vonden we Arjen Bloem van Bloem en Lemstra Architecten.” Bij het maken van de verbouwingsplannen ontstond het idee om de kelder verder uit te graven zodat deze zou kunnen functioneren als een volwaardige woonetage. En zo werd er 270 kuub grond afgevoerd en ging het appartement van 145 naar 200 vierkante meter. Agaath: “Dat gaf ook de mogelijkheid om met halve etages te werken. Ook al omdat we de keuken wilden optillen om van daaruit zicht op de gracht te krijgen.”

Zo ontstonden er zes woonniveaus. Het souterrain is de slaapetage, waar zich de ouderslaapkamer, de badkamer en de slaapkamer van baby Roos zich bevinden. Op nulniveau liggen de entree en de woonkamer, op de + 1/2 de keuken, op +1 de eetkamer. Nog een niveau hoger, en een etage hoger in het oorspronkelijke pand, bevindt zich het gastenverblijf. De verschillende niveaus zijn te bereiken via stalen trappen en zijn ook visueel met elkaar verbonden, door een houten kastenwand die alle niveaus beslaat. “Alles staat in open verbinding; we hebben nauwelijks deuren. Je hoort elkaar altijd en dat is heel gezellig.”

Tekst: Erik Paul Jager | Foto’s: Jansje Klazinga | Productie: Rob Jansen