Stalhouderij wordt huis van de toekomst

Gewaagd is wel het minste wat je van deze verbouwing kunt zeggen: oude stalhouderij wordt huis van de toekomst, waar je de auto in de hal parkeert, een zwevende origamitrap je naar de slaapkamer (met twee badkamers!) brengt en een hele rits domoticasnufjes je op je wenken bedienen.

Ideale vertrekpunt

Drie dagen nadat hij dit pand, dat niet veel meer dan een ruïne was, had gekocht, kreeg Eric er 30% meer dan zijn eigen koopprijs voor aangeboden door een buurman die ervan droomde er een banale garage van te maken. Maar Eric had andere, veel ambitieuzere plannen! Na jaren in de vastgoedsector te hebben gewerkt, had deze naar Waals-Brabant uitgeweken Brusselaar zin om zichzelf een architecturaal extraatje te gunnen: een hypermodern optrekje om zich af en toe nog eens onder te dompelen in het stadsleven. Daar waren deze resten van oude stallingen in een bijna landelijke straat op een boogscheut van de Vijvers van Elsene en de Louisalaan het ideale vertrekpunt voor…

Juweel van een huis

Voordien had Eric een klassieke smaak. Maar door zijn project toe te vertrouwen aan architect Paul Delaby brak hij bewust met die stijl. Tijd voor iets nieuws, dacht hij. En dus kreeg de architect carte blanche, op voorwaarde dat hij rekening hield met Erik zijn wens om het ontwerp luchtig te houden en op maat van één persoon of een koppel te ontwerpen. De architect mocht zijn creativiteit volledig de vrije loop laten. Dat bleek een heel goede beslissing, want het huis sleepte de prestigieuze Brussel-Horta prijs in de wacht. Het resultaat is dan ook een juweeltje. “Het idee achter het interieur”, vertelt Eric, “was om een juwelenkistje te maken, met het trappenhuis als diamant.” Soms was het best een uitdaging voor de twee mannen om hun visies op elkaar af te stemmen. Eric: “Ik ben pragmatisch ingesteld en probeer elke vierkante meter nuttig te besteden. Dus verzuchtte ik soms: ‘Dit dient toch nergens voor!’ Maar dan antwoordde Paul: ‘Dat is net het mooie!’”

Verticale suite

Het resultaat is deze verrassende aaneenschakeling van halve verdiepingen die met elkaar in verbinding staan, een soort van ‘verticale suite’ die de indruk wekt dat je in een hotel woont, maar toch ook helemaal thuis bent. Rond het metalen trappenhuis met origami-achtige structuur bouwde de architect een interieur waar dat ballet van perspectieven wordt verdergezet. “Overal waar je kijkt, ontdek je wel iets nieuws. Daardoor lijkt het of je ruimte zat hebt, terwijl het huis eigenlijk vrij klein is.” Een huis als dit is niets voor het platteland, waar plaatsgebrek niet speelt, vindt Eric. Maar hier, in een stedelijke context, in een Brussel in volle evolutie, had zo’n project wél zin. “Wat ik zo zalig vind aan in Brussel wonen, is de manier van leven: je kunt gaan ontbijten op 100 van je voordeur, gaan joggen rond de vijvers, met de fiets naar het werk… De laatste jaren is Brussel merkbaar gemoderniseerd en geïnternationaliseerd. Met dit soort architectuur draag ik daar naar mijn gevoel een beetje toe bij.”

Check in/check out

Het leven draait om verandering. Kort nadat dit project van lange adem was afgerond (de technisch vrij uitdagende verbouwing nam twee jaar in beslag) , werd Eric vader en had hij opeens geen behoefte (noch tijd) meer voor zijn ‘vakantiewoning in de stad’ en zette hij hem te huur. Al snel trok er een nieuwe bewoonster in. “Net als zowat iedereen was ik meteen verliefd op dit huis”, herinnert Bérengère zich. “Ik ging het op een mooie zondagmiddag bezoeken en had het geluk één van de eersten te zijn. Lang heb ik niet getwijfeld.” Voor deze Française, die voor een lange-termijnopdracht naar Brussel was gekomen, was het een ideale match. “Ik was op zoek naar een bemeubeld pand omdat ik geen zin had om definitief te verhuizen, maar ook naar iets moderns in een oude buurt.” Beschouwt ze deze ‘verticale suite’ ook als een tijdelijke oplossing? “Ik woon hier 60% van de tijd, dus beschouw ik het hier wel degelijk als mijn thuis. Het interieur lijkt trouwens een beetje op dat van mijn huis in Bretagne. Ik hou van die sobere chic, al vind ik het woord sober eigenlijk niet passen bij een interieur met zoveel verrassende aspecten. Ik zie dit huis als mijn veilige cocon midden in de stad.” Als een open raam op de stad? “Ook, ja. Zelfs al ben ik vaak op kantoor. In vergelijking met Parijs gaan de mensen hier veel hartelijker en respectvoller met elkaar om. Brussel lijkt me een stad waar alles mogelijk is en waar iedereen welkom is. Ik hoop echt dat dat zo blijft.”

Bron: Feeling Wonen augustus/september 2015 | Tekst: Jean-Michel Leclercq | Foto’s: Laurent Brandajs